DE VEELZIJDIGE SMAKEN VAN DUSHI KÒRSOU

Curaçao staat bekend om zijn hagelwitte poederstranden, azuurblauwe zee, flamingo’s en rijke onderzeewereld. Curaçao is meer dan dat. Fijnproevers kunnen er eveneens hun hart ophalen.

curacao
bezetenvaneten_facebook_profielfoto

CURAÇAO

Een culinaire eilandtour kun je in feite overal starten. Laten we dit verhaal beginnen waar de eerste indruk gelijk raak is, bij hét meetingpoint van Curaçao. Als je in Curaçao een date met iemand hebt, in de stille hoop op een romance of een zakelijk succes, dan spreek je af op of bij de Pontjesbrug. De Koningin Emmabrug, zoals die officieel heet, is onmogelijk te missen. Deze 168 meter brug drijft op zestien pontons en verbindt Punda met Otrobanda. De swingende oude dame is bovendien de enige drijvende houten draaibrug ter wereld.
Vanaf de Pontjesbrug rennen wij gelijk naar Ander Shakes, een batidotruck aan de kant van Otrabanda, aan de rand van het Briónplein. Ooit zijn we meegenomen naar Ander Shakes voor een mangosmoothie. En sindsdien zijn we verslaafd aan de ultraromige batido’s. Banaan, watermeloen, borojó, kom maar door. Vraag niet naar de hoeveelheid melk, want je gaat schrikken. Sommige dingen moet je niet willen weten. Je hebt op het eiland meerdere batidotrucks. Die aan de Caracasbaaiweg, enigszins weggedoken bij restaurant Piri Piri, is er eentje die navolging verdient.

MEGASMOKER

Schuin tegenover deze truck staat, of beter gezegd stond tot voor kort, langs de kant van de weg de handgemaakte megasmoker van Remy Bernabela aka The Pit Smoker. Barbecue krijgt dankzij hem een andere dimensie. Hoeven we er niet in de buurt te zijn, dan nog rijden we er meerdere keren per dag langs om die geweldige geur van zijn langzaam op hout gegaarde ribs, brisket en pulled pork op te snuiven. The Pit Smoker is onlangs verhuisd naar een landhuis op een heuvel in Montaña Rey, waaromheen Remy een terras gaat bouwen. Zodra deze klus is geklaard kun je vanaf het einde van de middag bij hem aanschuiven. Hij heeft ons foto’s gestuurd; de zonsondergang is vanaf dat plateau fenomenaal. Tel dat ultrasappige vlees erbij op, en echt, you’re over the moon!

JOHNNY CAKES

In het verleden heeft hij eens staan rocken met Elbert Hodge, voormalig barbecuekampioen van Nederland, wiens roots op Curaçao liggen. Dankzij hem weten wij dat je bij Yankee Donuts aan de Franklin D. Rooseveltweg moet zijn voor luchtige, à la minute gebakken Johnny cakes die bovendien goedgevuld zijn. Aan diezelfde kilometers lange weg zit Ninie’s, tipte food writer Ilona de Wit ons onlangs. ,,De Johnny cakes van Ninie’s zijn nog net iets lekkerder qua structuur.” Nog lekkerder dan die van Yankee? Ilona woont sinds begin 2022 op het eiland en ze volgt er de culinaire ontwikkelingen op de voet. Op haar site, die luistert naar de geinige naam Worstenbrood en Wijn, deelt ze haar bevindingen uitbundig.

ZEESCHILDPADDEN

Een date op Dushi Curaçao is pas compleet na een barbecue op een van de vele lieflijke stranden; Grote Knip, Cas Abou, Porto Mari. Het paradijs moet hier haast wel zijn uitgevonden. Voor de climax der climaxen pak je de boot naar Klein Curaçao, een onbewoond eiland op zo’n 25 kilometer verwijderd van het Spaanse Water. Na een duik tussen de zeeschildpadden smaakt die barbecue nóg lekkerder. En barbecueën kun je er 365 dagen per jaar, in de openlucht.

LOCAL TOUCH

Als je bij Ander Shakes iets verder doorloopt, kom je bij de ingang van Rif Fort dat vanwege zijn luxe winkels vooral in trek is bij de passagiers van de cruiseschepen die er vlakbij aanmeren. Voor een onvergetelijke zonsondergang, zo één waarvan zelfs de grootste stoïcijn ontdooit, ben je op het terras van Steak & Ribs in Riffort Village aan het juiste adres.
De zon zit nu nog dusdanig stevig op haar troon dat ze voorlopig geen reden heeft onder te duiken. Wij gaan daarom de andere kant op: langs de streetart, zó vrolijk dat die zowat elk openluchtmuseum ter wereld doet verbleken, naar de Hoogstraat in Otrobanda waar we ons in de schaduw van de schattige binnenplaats van Maira’s Kitchen tegoed doen aan een superieure salade van watermeloen, feta, pistache en rucola. Maira’s is als mediterraan restaurant met een local touch opgezet door Khalid Kemp, de drijvende kracht achter Mosa/Caña Bar & Kitchen. Ongeacht wie je op Curaçao vraagt naar een top 5 van favoriete restaurants, Mosa staat erin.

KESHI YENÁ

Vanaf Maira’s Kitchen ben je lopend in een paar minuten bij Gouverneur de Rouville, meestal afgekort tot De Gouverneur waarvandaan je vrij zicht hebt op de wereldberoemde Handelskade in Punda, hét uithangbord van Curaçao. Achter die kleurrijke klokgevels schuilt echter een pijnlijke geschiedenis. Aan de lelijke schaduwkanten van de Nederlandse heerschappij mogen we niet voorbijgaan. Het leed van de transatlantische slavenhandel is voor een buitenstaander vooral voel- en zichtbaar in het antropologische museum Kurá Hulanda, dat het middelpunt vormt van een hidden gem tussen de Sint Annabaai en de hoofdwegen van Otrobanda, op kruipafstand van De Gouverneur.
Met de restjes van hun kwelgeesten ontwikkelden de lijfeigenen in het koloniale tijdperk gerechten als keshi yená, die nog leidend zijn in de lokale keuken. Bij De Gouverneur staat keshi yená -met kip, pruimen, ingelegde ui en olijven gevulde kaas- zowel op de lunch- als dinerkaart.

CEVICHE VAN LIONFISH

In Kurá Hulanda Village schuilt een schattig winkeltje waar ze unieke ringen en oorbellen van lionfish maken en verkopen. Met een sieraad van Lionfish Caribbean Jewelry steel je niet alleen de show, je draagt tegelijkertijd een steentje bij aan het milieu. Lionfish is namelijk een venige vis in de Caribische Zee. Koraalduivel heet de ongewenste exoot in de volksmond. Hij hoort thuis in de Indische en Grote Oceaan, niet in tropische wateren.
Omdat deze roofvis zich razendsnel voortplant en geen natuurlijke vijanden kent in de Caribische Zee, is er sprake van een invasie. Gevolg: een flinke verstoring in het ecologische evenwicht en veel schade aan het rif. Lionfish eet namelijk de visjes op die nodig zijn om het koraal gezond te houden.
Om het rif te redden heeft de Nederlandse duiker Lisette Keus in 2016 Lionfish Caribbean opgericht. Ze vangt zelf de lionfish, en dat doet ze met een speer. Speervissen is op Curaçao verboden maar bij de koraalduivel wordt deze manier van jagen oogluikend toegestaan. En dat doet ze niet geheel zonder risico want lionfish telt nogal wat giftige stekels. De ingewanden van de lionfish gaan naar de zwerfkatten, van de vinnen en staart maakt Lionfish Caribbean sieraden en de filet wordt verkocht aan lokale afnemers of geserveerd in het eigen restaurant: Lionfish Caribbean Cafe, dat in Kurá Hulanda hetzelfde onderkomen heeft als de winkel.

THE CARIBBEAN CHEF

Je eet er ceviche van lionfish, tartaar van lionfish, chips van lionfish, lionfish dumplings en een bagel met een salade van lionfish. Lionfish heeft in de mond veel weg van kabeljauw, en gaat door voor een waardige vervanger van de red snapper en grouper (tandbaars) die hard nodig zijn om de riffen te bewaken. Met lionfish kun je zoveel kanten op. Helmi Smeulders, bekend als The Caribbean Chef en als hoofdredacteur van het smakelijke magazine Island Vibes, verwerkt lionfish tot kibbeling met een ziltige schuim van zeekraal.

BONCHI KUNUKU IN EEN SPUIT

Ze kwam in 1998 vanuit Nederland naar Curaçao en is er nooit meer weggegaan. Wij begrijpen waarom. Niemand wil weg uit dit paradijs. Appelbomen groeien er weliswaar niet maar tropisch fruit is er in overvloed. Van origine is ze jurist, maar haar passie bleek niet te liggen in de rechtszaal. Op feestjes was zij degene die de huisgemaakte hapjes uitdeelde. Ze volgde haar hart naar de keuken. Op een van die feestjes, waarbij de drank iets te rijkelijk vloeide, ontstond het lumineuze idee voor een eigen kookstudio met de focus op moderne Caribische gerechten. Tijdens haar workshops legt ze je uit hoe je een kokosnoot openmaakt, en laat ze je kennismaken met het zout uit de pannen van Jan Thiel.
Op gezette tijden organiseert ze een pop-up op onverwachte locaties. Wij mochten eens bij haar aanschuiven in het leegstaande ziekenhuis Sint Elisabeth waar we de amuse (hangop van kousenband met een salade van bonchi kunuku, een lokale boon die rauw diverse patronen en kleuren kent en bruin wordt als je ‘m kookt) in een spuit kregen toegediend door koks verkleed als chirurg. De menukaart was gestoken in een klemmap waarin ooit de patiëntendossiers lagen opgesloten. Van uitzonderlijke kwaliteit was de kabes ku igra met corn dog. Kabes ku igra is een traditioneel gerecht, een soep waarin elk eetbaar deel van de geit is verwerkt dus inclusief lever en hersenen. Haar gepofte maishi chiki vergeten we eveneens nooit meer.

SÒPI DI MONDONGO

Er zijn is een dame op het eiland waarmee we een speciale klik hebben: Oma Pop’s, de voormalige eigenaresse van Pop’s Place aan het einde van de Caracasbaaiweg. Oma Pop’s, in werkelijkheid heet ze Marjorie Josephina, is een fenomeen op het eiland.
Oma Pop’s is van mening dat je ‘je energie moet stoppen in het eten’ en ‘niet zomaar een pan op het vuur moet zetten’. Thuis, in Montaña Rey, heeft ze niet eens een fornuis. Ze kookt louter op houtskool. Na de overname in 2018 heet Pop’s Place Brisa do Mar maar niemand die aanslaat op deze naam. Brisa do Mar heet in de volksmond nog altijd Pop’s Place. Oma Pop’s vissoep en haar sòpi di mondongo worden dagelijks gemist. ,,Veel Nederlanders maken een wegwuifgebaar als ze horen over sòpi di mondongo want gemaakt van ingewanden. Yu di Kòrsou houden van runderpens.” En dan hebben het nog niet gehad over de funchi van Oma Pop’s. ,,Het geheim van mijn funchi? Draaien, draaien en nog eens draaien.”

foto5curacao

CACTUSSOEP

We gaan terug naar Willemstad want je mag het eiland niet af voordat je hebt gegeten in Plasa Bieu, de overdekte markt in Punda. In Plasa Bieu eet je zoals er op Curaçao thuis wordt gegeten. Het is één groot huiskamerrestaurant dat door meerdere uitbaters wordt gerund. Thuis betekent op Curaçao dat er overwegend overdag tutu, galiña di smor of een andere warme maaltijd wordt genoten. Voor wie het aandurft, serveren ze er sòpi di jambo ofwel guiambo (okrasoep) en kadushi (cactussoep).
Okra kent als exotische groente een sappige sperziebonensmaak, het hoge slijmgehalte is de reden dat sommigen van guiambo afblijven. Door okra kort te verhitten of door wat limoensap of azijn aan de soep toe te voegen, reduceer je het ‘snot’ tot een minimum.

STROPI DI KALBAS

Op elke tafel staat een potje pika, rauwe Antilliaanse sambal op basis van azijn, peper en uien. Pika wordt op Curaçao bij bijna alles gegeten. Pika is fris en pikant tegelijkertijd. Heet, maar niet brandend heet en dus nog te verdragen voor een Hollandse maag, althans voor de onze. De flesjes stropi di kalbas maken ons nieuwsgierig, maar die staan er dan weer niet voor algemeen gebruik. Siroop van kalebas is dé remedie tegen astma en verkoudheid, geleerd van wijlen Dinah Veeris van de botanische tuin Den Paradera vlakbij Hòfi Kòrsou en Kaya Seru Grandi in Fuik. Daar zullen ze bij Plasa Bieu vast niet voor zijn bedoeld.
Een vertrouwd adres voor local & latin food, dradu ku batata of rabu di baka (ossenstaart), is eveneens Pamela Terrace aan de Franklin D. Rooseveltweg. Ga in dit halfopen restaurant niet te laat lunchen want op is daar echt op. Deze gerechten heb je niet 1-2-3 op tafel, het vlees staat er uren te pruttelen. Landhuis Dokterstuin, bekend om zijn lokale specialiteiten, staat op onze to-dolijst.

IJS VAN PONCHE CARIBE

Bida di hende ta manera piñata. Yen di sorpresa, meldt wijlen Ompi Elis (bijnaam van de beroemde dichter/schrijver/kunstenaar Elis Juliana) ons vanuit Plasa Bieu. Vrij vertaald: het leven is als een piñata, vol verrassingen. Die verrassingen zijn voor ons -lekkerbekken in het kwadraat- op Curaçao heel aangenaam, ontdekken we als we bij de eigentijdse gastrobar BKLYN op het gezellige pleintje bij de Loostraat/Penstraat aanschuiven voor een diner. Alleen al voor het gebakken bananenbrood met kokos, karamel en ijs van Ponche Caribe in BKLYN zouden we een ticket boeken naar Hato Airport. Ponche Caribe, die lichtbruine lusciously likeurcrème op basis van melk, brandy en rum met plezierige tonen van vanille en kaneel bedacht door Dick S. Leáñez, stilt in Nederland onze heimwee naar Curaçao.

RÒM TAMBÚ

Liefhebbers van sterkedrank kunnen hun hart ophalen in de Curaçao Liqueur Distillery in Landhuis Chobolobo aan de Elias R.A. Moreno Boulevard in Saliña Ariba, waar je tijdens een rondleiding en/of cocktailworkshop alles wordt verteld over het productieproces van die overbekende helderblauwe likeur. Blue Curaçao wordt gemaakt van de gedroogde schillen van de laraha, een bittere citrusvrucht die (vrijwel) uitsluitend groeit op Curaçao. Overigens heb je The Genuine Curaçao Liqueurs in meerdere felle kleuren, en je hebt tevens likeuren op basis van tamarèin (tamarinde), rum-rozijnen en kòfi Kòrsou.
En dan is er nog Ròm Tambú, de enige alcoholische drank waarvoor ‘geheelonthouder’ Jandino Asporaat heel af en toe een uitzondering maakt. ,,In deze rum, acht jaar gerijpt in eikenhouten vaten, zit het DNA van mijn eiland opgesloten. Ik ben trots op het lef van de makers,” liet de bekendste Curaçaoënaar zich ooit aan ons ontvallen. Praat je over Dino, praat je over Hòfi Mango. Een voormalige suikerrietplantage tussen Santa Marta en Santa Cruz hebben hij en zijn broer Kenneth als openbaar natuurpark nieuw leven ingeblazen. Op deze gedenkwaardige plek verzamelden zich in 1795 verzetsheld Tula en andere kopstukken uit de Curaçaose slavenopstand en dronken er awa di huramentu (rum met verpulverde geitenhoorn) om zich sterk te maken voor de strijd.

VINAIGRETTE VAN ZWARTE SCHILDPADBONEN

Niet ver van BKLYN in Pietermaai zit onze andere favoriet: restaurant Kome dat wordt geleid door een creatieve chef uit de USA, David McHugh, en zijn vrouw Susan, een al even verdienstelijke pastry chef. Op de veelgestelde vraag ‘waarvoor mogen we je wakker maken?’ hebben wij een pasklaar antwoord. Voor de knapperige kousenband met een vinaigrette van zwarte schildpadbonen van Kome onderbreken wij maar al te graag onze nachtrust. De hemelse honing is er afkomstig van Bazbina Farm. Het is echter niet de enige lokale honing. Honing di Kòrsou is afkomstig van verschillende imkers, verenigd in Apicultura Curaçao, die verspreid over het eiland bijenkasten hebben staan.
Overnacht je in deze levendige buurt drink je de volgende ochtend goede koffie -als je krap in je tijd zit- bij de hippe zwarte minitruck van Van Gogh Drive Thru Coffee of -als je de boel de boel kunt laten- bij BijBlauw. Met vol uitzicht op de Caribische Zee is dit een (toeristische) hang-out bij uitstek. In de race voor de allerbeste makers van latte macchiato, iced latte en mochaccino zijn Daphne Steine en haar dochter Libby van Number Ten aan de Santa Rosaweg. Koffiekenners zweren bij Number Ten.

TUSSEN DE SUIKERDUIFJES

Curaçao is zelfs voor veelvraten als wij niet in één dag te proeven. De culinaire tour hervatten we de volgende dag met de auto. We rijden helemaal door naar het uiterste puntje in Bandabou. Bij Jaanchies op Westpunt, naar verluidt het oudste restaurant van het eiland. Je eet er een stoofpotje van leguaan (boomkip) tussen de suikerduifjes. Wees gewaarschuwd: deze brutale geelbuikjes, Caribische pimpelmeesjes, stelen het dessert van je bord en drinken het mangosap in je glas op. Eigenaar Jan (Jaanchie in de volksmond) Christiaan opereert als sprekende menukaart.
Grote Knip (officieel Playa Kenepa Grandi) vraagt om een tussenstop voor een batido, deze is te lekker om de discipline voorrang te geven aan de verslaving, en een foto tussen de dividivi’s, kenepa’s en manzanilla’s van een jaloersmakende panorama van een babyblauwe baai. De (verboden) vruchten van de manzanillabomen lijken gevaarlijk veel op appels. Pak er geen ‘appeltje’ voor de dorst. In het ziekenhuis wil je op Curaçao alleen zijn als Helmi Smeulders kookt.

VROLIJKE VARKENS

Op de weg naar Willibrordus, net voorbij het flamingoreservaat, vind je The Original House Of The Williburger: Toko Williwood. Deze geitenburger heeft inmiddels zoveel fans dat er een heuse Williburger Club is opgericht. Williburgers kun je op meerdere plekken bestellen waaronder op het magische strand van Porto Mari, daar waar vrolijke varkens vrij rondscharrelen en zo nu en dan pootjebaden in de zee.
Weg van de drukte vind je ten noordoosten de Santa Marthabaai bovenop een heuvel Landhuis Klein Santa Martha, een boetiekhotel en restaurant ineen. Dit koloniale landhuis stond ooit in de top 3 van de grootste zoutproducenten op het eiland, rond 1910 bracht de plantage zesduizend vaten zout per jaar voort. Dit zout werd gewonnen uit de pannen van Santa Marthabaai. Dat dit landhuis geregeld wordt afgehuurd door bruidsparen, dat verbaast ons niet. Het ademt pure romantiek. En dan hebben het nog niet gehad over het betoverende uitzicht op de baai. Je wilt nooit meer naar huis.

ELDORADO

Immens populair in dezelfde area is Karakter, de beachclub op het lange en tamelijk schaduwrijke strand in villapark Coral Estate waarvandaan je zo de azuurblauwe Caribische Zee inspringt of induikt. Karakter heeft met Coral Divers een duikschool als directe buurman. De leguanen zonnen er ondertussen met je mee. De menukaart van Karakter is voor ieder wat wils. Geen date mislukt in dit eldorado.
Houd je van party? Dan is Zanzibar aan de Jan Thiel Baai een aanrader. Met zijn nachtelijke unplugged beach sessions onder wuivende palmbomen en happy hours is Zanzibar een trefpunt voor feestgangers. Voor de pizza’s uit de steenoven rijdt menigeen op Curaçao om. Niets mis met een goede pizza maar wij slaan ‘m over. Pizza is niet de reden dat wij op dit eiland zijn.
Verandering van spijs doet eten, dat weten we. Wie op Curaçao woont of voor lange(re) tijd verblijf, die heeft vast eens trek in pizza of een pokébowl van Omundo in Zuikertuin Mall. Elke dag een stamppotje boerenkool, wie verdraagt dat in Nederland? Toeval of niet, boerenkool staat als superfood (lees: als een salade aangevuld met quinoa, feta, gedroogde cranberry’s, amandel en bieslook) op de internationale kaart van Omundo. Dat Omundo geliefd is onder de locals, dat snappen we.

CATCH OF THE DAY

Verse vis is op Curaçao op heel veel plekken verkrijgbaar, maar nergens is de vis zo spartelvers als bij Purunchi en bij De Visserij. Purunchi is een vissershuisje aan de J.F.K. Boulevard in Mundo Nobo en verwijst naar de sproeten van de gelijknamige tropische vis.
Deze kas di piskado van Gina Royer heeft een (mini)dock waar vissers met de laatste vangst aanmeren. Ter plekke worden de lionfish, barracuda, mahi-mahi (dradu in het Papiamentu) of masbango gewogen, schoongemaakt en gebakken. Je eet er logischerwijs uitsluitend de catch of the day, met funchi (soort polenta), avocado en bakbanaan als garnituur. Purunchi ligt deels op het water, je deint er mee op de golven. Awa di lamunchi of een awa di tamarein erbij en je bent in de zevende hemel. Om teleurstellingen te voorkomen: zorg dat je er om klokslag 12.00 uur bent want Purunchi is een hotspot onder de locals en beschikt slechts over een beperkt aantal tafels. Dineren is er sowieso niet mogelijk. Om 16.00 uur gaat de deur op slot.
Zo intiem als Purunchi, zo levendig is De Visserij. In dit halfopen no-nonsense restaurant in Piscadera eet je aan picknicktafels gebakken vis uit het vuistje. Je kunt er ongedwongen jezelf zijn. Ben je er rond borreltijd? Bestel dan een basket gamba’s met een spicy cocktailsaus.

Purunchi

STRUISVOGELKROKET

Meerdere keren zijn we getipt over YoYo Ala, even vaak geschreven als JoJo Ala, als hét adres voor chicken wings. Heel fancy schijnt het niet te zijn, en Josefine Martina serveert er ook niets anders dan chicken wings. Maar haar kippenvleugels zijn dan wel van wereldklasse, is ons verzekerd. Tijdens een eerdere vakantie op Curaçao was deze snèk in Fuik, niet ver van de ingang van de plantage Santa Barbara, gesloten.
We gaan vandaag in de herkansing. Opnieuw hebben we pech. Ach, er moet een reden blijven om terug te keren. Tijdens onze volgende bezoek zullen we Hofi Cas Cora, een regenatieve plantage met restaurant en boerderijwinkel van Femi Meaux en Joshua Peiliker achter de Cas Coraweg, evenmin overslaan. We horen lovende verhalen over deze farm-to-table brunchspot. Benieuwd zijn we verder naar de struisvogelkroketten in restaurant Zambezi bij Curaçao Ostrich Farm op de weg naar Groot St. Joris in Santa Catharina. Naar Kunuku di Pachi Colá op Westpunt, in de buurt van Playa Kalki, dat Alice in Wonderland-strand. Sòpi di mondongo eet je daar onder een kenepa. Naar The Niffo Huts in het pittoreske vissersdorpje Boca Sami aan de St. Michielsbaai, 5 kilometer ten westen van Willemstad. En -uiteraard- naar Brass Boer van het culinaire koningskoppel Jonnie en Thérèse Boer, gelegen aan de pier van Blue Bay Resort. Al horen we van menigeen dat die laatste behoorlijk prijzig is.

TRUK’I PAN

Tot slot, want zowat verplichte kost, rijden we langs de BBQ Express langs de Caracasbaaiweg, een van de betere truk’i pans op het eiland, voor een romige oyster soup en crispy chicken chicharrón. Kapsalons hebben ze er in meerdere variaties: kip, chorizo, steak of garnalen. Of je nu een avondsnaaier bent of niet, een midnight snack hoort erbij als je op Curaçao bent. Vanaf 21.00 uur staan er dikke rijen voor de verschillende foodtrucks, veelal met een standplaats langs de kant van doorgaande wegen.
Curaçao meet met 444 vierkante meter 2,5 keer Texel. Je zou denken dat je er na één reis bent uitgegeten. Het tegendeel is waar. Zelfs na drie werkbezoeken en twee vakanties, wij krijgen geen genoeg van Curaçao, hebben we nog veel te proeven en te ontdekken. We zijn niet gezegend met het geduld van Yu di Kòrsou. Liever nog vandaag dan morgen willen wij terug. Wordt vervolgd!

Gepubliceerd: april 2023
Laatste update: septemberc 2024

Lees verder in deze categorie

DESTINO DE FÉRIAS PERFEITO

Hadden we vooraf maar geweten hoe tof Lissabon is. Dan waren we er veel langer gebleven. De Portugese hoofdstad heeft in recordtijd ons culinaire hart veroverd.

Lees verder

HAKUNA MATATA

Aan Zanzibar hebben wij ons hart verloren. Deze specerijenarchipel voor de kust van Tanzania is een paradijs voor de smaakpapillen.

Lees verder